Verlies van gezag na uithuisplaatsing
Sinds enkele jaren geldt voor ouders van wie een kind uit huis is geplaatst dat zij vaak het gezag kwijtraken. De wet biedt die mogelijkheid als de aanvaardbare termijn is verstreken. Daarmee wordt bedoeld dat een kind binnen een redelijke termijn moet weten waar het aan toe is; gaat het ooit weer thuis bij de ouder(s) wonen of blijft het in het pleeggezin. De termijn wordt vaak op twee jaar bepaald en nog korter bij zeer jonge kinderen.
Hoewel de wet aangeeft dat gezag kan (en dus niet moet) worden beëindigd, werd het in de praktijk nagenoeg altijd beëindigd.
De achterliggende gedachte is duidelijk. Het kind moet duidelijkheid hebben. Raken de ouders het gezag kwijt, dan wordt vaak een instelling (in de wet de Gecertificeerde Instelling genoemd) met de voogdij belast en een enkele keer het pleeggezin.
Het voordeel is dat er dan niet jaarlijks meer een nieuwe beslissing van de rechter nodig is voor een nieuwe periode van uithuisplaatsing van een jaar. De instelling zal er namelijk mee instemmen en dan is de rechter niet meer nodig en zo is het voor het kind duidelijk dat het nooit meer thuis gaat wonen. Voor ouders die nauw betrokken zijn bij het kind is de beëindiging van het gezag een grote teleurstelling. Het staat overigens los van het contact met het kind. Ook na beëindiging van het gezag is er nog contact tussen de ouders en het kind. Maar het verliezen van het gezag ontneemt ouders vaak het gevoel van ouderschap.
Recentelijk heb ik echter met succes verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot gezagsbeëindiging. En dat ook nog bij het Gerechtshof. Dus een uitspraak met – laten we met de woordkeuze bij het onderwerp blijven – gezag :). Hierbij de vindplaats van de uitspraak ECLI:NL:GHSHE:2020:1344
Dit betekent niet dat de aanvaardbare termijn niet meer geldt. Echter, bij die ouders die nauw betrokken zijn, die instemmen met de hulp en feitelijk geen verweer voeren tegen de uithuisplaatsing bestaat er nu de kans dat het gezag niet wordt beëindigd. Dat betekent een erkenning van de rol van die ouders en kantoor is er erg blij mee dat wij deze opening nu hebben gekregen. Hopelijk is dit een stap naar meer maatwerk, zodat de ouders die meewerken niet alleen vanwege een termijn die verloopt het gezag wordt ontnomen.
Zowel mr. Kouijzer als mr. Kalle kunnen ouders bijstaan indien er door de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot gezagsbeëindiging wordt ingediend. Indien u hierover meer informatie wenst kunt u contact opnemen met ons kantoor.